Plan: | Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0606.BP0001-0002 |
Een groot deel van de wijk bestaat uit dichtbebouwde, overwegend kleinschalige bebouwing. De veelal smalle, stenige straten, het compacte stedelijke karakter en de architectuur uit de vroeg 20e eeuw hebben voor een groot deel bijgedragen aan het 'dorp in de stad'-gevoel van de wijk. Met name langs de Nieuwe Maas overheerst juist de weidsheid en de openheid van het water. Het Park Maasboulevard heeft een belangrijke recreatieve functie op stedelijk niveau. De hier gesitueerde woongebouwen vertegenwoordigen de grootschalige elementen in het plangebied. Specifieke elementen in het plangebied, beide samenhangend met de begrenzing van de wijk door het water, zijn de aanwezigheid van een jachthaven in de Spuihaven en woonschepen in de Westerhaven.
'Eiland'
De wijk De Gorzen is een eiland. De wijk wordt fysiek aan alle kanten omringd door havens, de Schie en de Nieuwe Maas. Vijf bruggen, waarvan één alleen voor langzaam verkeer, verbinden de wijk met Schiedam West, de Plantage en Nieuw Mathenesse. Dat is ook de kracht van De Gorzen. Door haar grote mate van afsluiting ten opzichte van haar omgeving is veel van de oorspronkelijke sociale en ruimtelijke samenhang bewaard gebleven. De wijk functioneert als een sterk sociaal samenhangend 'dorp' binnen de stad Schiedam.
Wijkopbouw
De Gorzen ontstaat in het midden van de 19e eeuw met de bouw van de gasfabriek en de kleinschalige woningen voor de arbeiders in de branderijen. De komst van de scheepsbouw naar Schiedam vanaf het begin van de 20e eeuw zorgt voor grootschalige ingrepen met de havenbekkens langs de Nieuwe Maas en biedt veel werkgelegenheid en daarmee een sterke groei van Schiedam, dus ook in De Gorzen. Tot aan de oorlog bouwt men de grote woningbouwblokken van architect Sanders ten zuiden van de Groenelaan. Na de oorlog zijn de in onbruik geraakte bedrijventerreinen in het oosten herontwikkeld tot woonbuurten en is over de Havendijk, in de rand van het park, gebouwd. Na 2005 zijn de laatste beschikbare plekken vergeven aan de nieuwbouw van Nolet en de, buiten het plan gelegen, ontwikkeling van de Houthaven.
De randen
Alle randen van de wijk kennen een eigen identiteit en een grote verscheidenheid: rivieroever, kade, haven, privétuinen. Sommige randen zijn open en bereikbaar, nodigen daarmee uit tot gebruik en bieden een prettige openbare ruimte aan de bewoner. Andere randen zijn, bewust of onbewust, verworden tot privéterrein. Op de overgang van wijk en park ligt een sterke scheiding die binnen het gebied ook als rand wordt ervaren. Zo zijn niet alle randen gelijkwaardig. Sommige zoeken de relatie met de omgeving, andere sluiten de relatie af.
Afbeelding 4 - Buurten in het plangebied
De stedenbouwkundige structuur van Zuid bestaat uit een ontworpen systeem van straten, pleinen, parken, plantsoenen en binnenterreinen. De wijze waarop deze structuur is vormgegeven is beïnvloed door het tijdsbeeld waarin elk van de buurten is ontstaan.
Dichtbebouwd gebied
Zuid is een dichtbebouwd gebied met relatief weinig onbebouwde ruimte. De openbare ruimte ligt voornamelijk langs de randen, bij het water. Door de wijk verspreid ligt versnipperd een aantal (verblijfs-)plekken die veelal niet zijn gedefinieerd en weinig onderlinge samenhang vertonen. Door de compacte opzet van de buurten met woningen zonder voortuin en vaak een kleine of volgebouwde achtertuin, is de behoefte aan openbare verblijfsruimte groot.
Zuid is opgebouwd uit buurten die verschillen in bouwperiode, architectuur en/of stedenbouwkundige opzet en programma. Op afbeelding 4 zijn de buurten weergegeven. Door van elke buurt het eigen karakter te onderscheiden, kan de identiteit worden gewaarborgd. De buurten ogen als losse schollen met de wegen als grens. Een relatie tussen de wegen en de buurten is niet altijd even herkenbaar. Ook de herkenbaarheid van de wegen zelf laat te wensen over; ze functioneren wel of niet als verzamelroutes, maar zijn niet even eenduidig vormgegeven.
Noletbuurt
Deze buurt kent woningbouw uit verschillende perioden, die zich mengt met kleine en grote bedrijvigheid. Deze menging met ambachtelijke bedrijvigheid is een kwaliteit die verder uitgebouwd kan worden en goed past bij het 'arbeidersprofiel' van De Gorzen. De architectuur van de meeste blokken doet weinig recht aan het gewenste karakter van de buurt. Een verticale geleding van de woningen kan de schaal en korrel van de woonblokken differentiëren.
Eilandenbuurt
De arbeidersbuurt: De buurt aan weerszijden van de Groenelaan bevat de kleinste en oudste woningen van oorspronkelijk één laag met een kap die perceelsgewijs zijn gebouwd. Veel van de woningen zijn verbouwd door het toevoegen van een platte laag en/of door het betrekken van de achtertuinen bij de woning. De Groenelaan met haar winkels is de ruggengraat van de buurt.
Piet Sandersbuurt
Sanders architectuur Bijzondere detaillering
Maasboulevard: wonen aan de rivier
De woontorens en flats aan de Havendijk hebben een grotere relatie met de rivier dan met het park. Ze staan aan de rand van het park gericht naar de rivier. Een mooie woonkwaliteit, met name op de hogere verdiepingen, maar weinig symbiose tussen de bebouwing en het wijkpark. De hoogbouw manifesteert zich door haar maat en schaal als duidelijke bakens voor de omgeving en vervult daarmee een rol als oriëntatiepunten binnen de wijk en als toegangspoorten tot het park.
Conclusie
De sociale cohesie, het 'dorp in de stad'-gevoel, is één van de sterkste pijlers van Zuid. Onder meer de heldere verdeling in de onderscheiden woonbuurten speelt daarin een rol. Ook de kleinschalige opbouw van de wijk, de veelal smalle, stenige straten en de architectuur uit de vroeg 20e eeuw dragen daar aan bij. Behoud en versterking van die sfeer en identiteit zijn dan ook de uitgangspunten om het karakter van Zuid verder uit te bouwen. Daar horen in de toekomst dan ook geen grootschalige ingrepen meer bij, zoals die na de oorlog in het oostelijk deel van de wijk zijn uitgevoerd.
Tenslotte kan de zelfstandige identiteit worden versterkt door de randen van De Gorzen als een samenhangende inrichtingsopgave te behandelen, door de vormgeving van een 'rondje Zuid' (zie paragraaf 2.3.3).
De belangrijkste toegangswegen tot het plangebied zijn aan de noordzijde de Lange Nieuwstraat, aan de oostzijde de Maasdijk, aan de zuidzijde de Hoofdstraat en aan de westzijde de Stadhouderslaan. De belangrijkste doorgaande autoroute loopt via de Westfrankelandsedijk en de Havendijk langs de zuidzijde van het plangebied. De belangrijkste doorgaande autoroute op buurtniveau wordt gevormd door de Rozenburgsestraat-Nieuwe Maasstraat-Lekstraat. Langs deze route rijden twee buslijnen (lijn 54 en lijn 57). Via de Groenelaan loopt een belangrijke route voor de langs deze straat gevestigde winkels (laden en lossen).
Verbindingen
De wegen kunnen eigen identiteitdragers zijn en, in plaats van de buurten te scheiden, deze aan elkaar te binden. Ook meer relaties tussen de verschillende buurten bevorderen een verdere versterking van de samenhang in de wijk.
Het netwerk van straten
De wegenstructuur in Zuid is vrijwel gelijkwaardig. De Havendijk onderscheidt zich door haar doorgaande functie en intensiteit. Op een paar straten na is het stelsel van straten in de wijk een prettig labyrint, hoewel weinig oriënterend.
Een hiërarchisch netwerk
Door een duidelijke hiërarchie van de verschillende wegen door de wijk, neemt de verkeersveiligheid toe. Deze hiërarchie komt vooral tot uiting in de wegprofielen. In dit bestemmingsplan is onderscheid gemaakt tussen erftoegangswegen en gebiedsontsluitingswegen.
Het gehele plangebied is omgeven door waterwegen. De Nieuwe Waterweg, langs de zuidzijde van het plangebied, vormt veruit de belangrijkste waterweg, maar ook de Spuihaven en de Westerhaven vormen van oudsher belangrijke waterwegen.
De stedenbouwkundige structuur van Zuid bestaat uit een ontworpen systeem van straten, pleinen, parken, plantsoenen en binnenterreinen. De wijze waarop deze structuur is vormgegeven is beïnvloed door het tijdsbeeld waarin elk van de buurten is ontstaan.
De oudste openbare ruimte is de Hoofdstraat, de oorspronkelijke dijk langs het zuidelijke deel van de Schie. In de eerste ontwikkelingsfase van Zuid is de Groenelaan aangelegd met de haaks daarop liggende zijstraten. Deze volgen het oorspronkelijke polderpatroon, waardoor een visgraatstructuur is ontstaan. De derde ontwikkelingsfase betrof het gebied ten zuiden van de Nieuwe Maasstraat met een verkavelingstructuur uit de jaren 1920-1930. Deze wordt gekenmerkt door geknikte of gebogen straten, pleintjes en binnenhoven.
Openbare ruimte
De hoeveelheid openbare ruimte binnen de wijk mag dan beperkt zijn en niet altijd nader vormgegeven, de diversiteit aan ruimten is in potentie aanwezig in de vorm van kleine pleintjes, hofjes, binnenterreinen, parkeerpleintjes, kleine plantsoenen en speelplekken. De openbare ruimten liggen soms verborgen binnen de buurten, dan weer op de overgangen van buurten. Een aantal plekken grenzen aan de randen van de buurten met het water. Qua maat en schaal past de afmeting van de openbare plekken goed bij de kleinschalige structuur van de wijk.
Grootschalig groen
Op het niveau van de wijk spelen met name de groene lanen een rol. Een drietal lanen ligt parallel aan elkaar en structureren de wijk: de Groenelaan, de Nieuwe Maasstraat en de Havendijk. Het zijn straten met een winkel- of verkeersfunctie. De Oude Maasstraat en Poortugaalsestraat behoren tot de oudste lanen van Zuid, met grote statige bomen. Aan de randen van de wijk, langs de Willemskade, Nieuwe Haven, Jachthavenlaan en Voorhavenkade, vinden we ook een aantal mooie bomenstructuren. Het grootste openbare groen is het Park Maasboulevard; een groot wijkpark met losse boomgroepen, een kinderboerderij en een open plek aan de rivier.
Oriëntatiepunten
Veelal langs de randen van de wijk liggen een aantal belangrijke oriëntatiepunten. De Gorzenkerk (Heilig Hart kerk) springt het meest in het oog en is vanuit grote delen van de wijk te zien. Daarnaast spelen de woontorens op de kop van de Maasboulevard en de woontoren bij de Westerhavenbrug een rol in de oriëntatie binnen de wijk. Bijzondere gebouwen als het dijkgemaal langs de Havendijk en het kantoorpaviljoen aan de Spuihaven zijn weliswaar van een andere schaal, maar markeren, net als de toegangsbruggen van de wijk, op hun manier bijzondere plekken in de omgeving.
Routes door de wijk
Binnen het labyrint aan wegen en straten in Zuid springt een aantal van deze straten uit het weefsel in het oog. Dit zijn wegen die vanwege hun functie, vormgeving en ligging in de wijk, structurerend werken. Vaak vallen zij goed samen met zichtlijnen op de oriëntatiepunten in de wijk en/of haken aan op routes naar de omgeving
Rondje Zuid
Langs de randen van het 'eiland' ligt een aantal open plekken, zoals het pleintje bij de molen van Nolet, het sluizencomplex, het plein op de kop van de Schie en de omgeving van het kantoor op de kop van de Spuihaven. De randen verbinden veel van deze plekken met elkaar. Zo ontstaat de mogelijkheid tot een mooie aaneensluitende route. Daar waar de verbindingen buitenlangs niet meer mogelijk zijn, kan via de Rozenburgsestraat/Geervlietsestraat en de Hoofdstraat het 'rondje Zuid' afgemaakt worden.
Conclusie
De kleinschalige structuur van De Gorzen is niet altijd even goed opgewassen tegen de effecten van de groeiende maatschappij. Met name de toename van het autogebruik en de daaruit voortvloeiende vraag naar extra parkeerplaatsen is van invloed op het gebruik en de beleving van de openbare ruimte. Mede daar in de wijk sprake is van weinig private buitenruimte, in de vorm van voor- en achtertuinen, dient de openbare ruimte versterkt te worden. Herinrichting van de aanwezige openbare ruimte is op grond van het bestemmingsplan mogelijk.