Kinderen stelen suikerbiet van een boot aan de kade van de Baarsjes in Amsterdam. Fotograaf Charles Breijer, maart 1945, Nederlands Fotomuseum, beeldnr. NFA03:chb-21-6

Achterblijvers

Op 10 november worden alle weerbare mannen in Schiedam uit hun huis gehaald en weggebracht. De meeste vrouwen mogen niet met de mannen meelopen en moeten in huis of voor de deur blijven staan. Bij slechts enkele groepen mannen mogen de vrouwen van de Duitsers meelopen. Toch proberen vrouwen alsnog bij hun man te komen.

Eerste brieven

Machiel Pranger is op 10 november weggevoerd. Zijn vrouw schrijft hem op 12 november het volgende: “Om even vijf uur (vrijdag) riepen ze zeg we mogen bij de mannen ze worden ingescheept. Ik Dicky (zoon van 1 ½ jaar oud) boven gebracht en gaan kijken toen we er dichtbij kwamen gingen ze schieten en wij onverrichter zake naar huis. Zaterdagmiddags schieten overal er ging n.m.l. een troep door de Lorentslaan en de K.O.L. (prof. Kamerlingh Omneslaan) naar Delft. ‘k dorst niet te gaan kijken voor Dicky met het schieten. Naderhand spijt ervan. Want Koudenburg z’n schoonmoeder had jullie zien lopen. Mannen hadden honger geroepen en zelfs brood uit de plassen geraapt wat gegooid werd en opgegeten. Dus zat ik echt over je in. ’s Avonds wilde mijn Moeder met alle geweld hebben dat ik voorlopig daar kwam. Toen ik zij Moeder daar heb ik geen zin in was ze hoogst beledigd.

’s Zondags morgens om 7 uur ben ik op de fiets naar Delft gegaan in de veronderstelling dat als je werkelijk bij de groep was geweest je daar hoogst waarschijnlijk nog wel zou wezen. ‘k had een heel brood wat boter en kaas meegenomen. Maar toen ik er kwam waren de laatste allemaal al vertrokken. Ik naar Oma. Daar heb ik eerst maar eens gegeten want daar had ik me nog geen tijd voor gegund.”

De mensen staan met hun pannetje bij de gaarkeuken in de rij voor soep. De gaarkeuken is aan de Hoogstraat- hoek Korte Kerkstraat.
De mensen staan met hun pannetje bij de gaarkeuken in de rij voor soep. De gaarkeuken is aan de Hoogstraat- hoek Korte Kerkstraat. Fotograaf: Charles Smit, coll. GAS, beeldnr 10812

Terwijl Machiel eerst naar Delft loopt en daarna door naar Utrecht is Jan Landsbergen in een goederentrein geduwd. In Haarlem mogen de mannen uit de trein en krijgen ze een korte pauze. Daar krijgen ze van de Haarlemse burgers vanalles: water, brood, kaas en andere etenswaren en de mogelijkheid om een briefje naar huis te versturen. Een van de Haarlemse vrouwen stuurt dit briefje (zie afbeelding) voor Jan naar huis.

Brief coll. J Landsbergen
Brief coll. J Landsbergen

Nog steeds weten de mannen niet waar ze toe gaan. Velen denken dat ze een aantal weken naar Noord- of Oost Nederland gaan om verdedigingslinies te graven. Ook de vrouwen hebben geen enkel idee.

Geld

Voor veel vrouwen is niet alleen hun man, zoon of vader weggehaald, maar tevens hun kostwinner. De meeste werkgevers betalen de gewerkte dagen uit, en soms nog wat extra dagen maar daarna stopt het. Sommige kleine bedrijven stoppen er helemaal mee, omdat de directeur is opgepakt of dat de meeste werknemers zijn weggevoerd.

Op het Bevel staat dat de mannen 5 DM (Deutsche Marken) per dag aan loon ontvangen. In die tijd is het normaal dat werknemers per week hun loon krijgen. Een weekloon van een arbeider met een paar kinderen is zo opgemaakt. Dus hoe en vooral wanneer krijgen de vrouwen geld? Voor veel vrouwen zit er niets anders op dan naar het Armbestuur te gaan, voor een tegemoetkoming in de kosten.

Het Gemeentearchief Schiedam heeft het archief van het Armbestuur. Er zijn 837 aanvragen voor ondersteuning. De meeste aanvragers komen uit Schiedam-Oost of Schiedam-West. Twee derde van de aanvragen wordt afgewezen. Degene die wel geld krijgen, krijgen één of twee keer een geldbedrag. De weeklonen van de opgepakte mannen lopen sterk uiteen, maar zijn gemiddeld 30 gulden. De gemiddelde bedrag aan steun bedraagt 19 gulden.

Twee kinderen in het hoofdkwartier van de HAV-Bank verwarmen zich aan een kachel waar een emmer water op staat.
Fotograaf C.J.J. Janse, coll. GAS, beeldnr 39927

Schaarste

In november is de spoorwegstaking al twee maanden aan de gang, in het begin merken de mensen daar weinig van. Voedsel uit Noord-Brabant laten komen of steenkool uit Zuid-Limburg kan echter niet meer omdat deze delen van Nederland al bevrijd zijn. Vanaf december wordt het steeds duidelijker dat voedsel en brandstof schaars worden. Want ook voedsel uit Noord- of Oost Nederland laten komen is moeilijk, doordat er geen treinen meer rijden. Daarbij zijn de Duitsers boos over de spoorwegstaking die is uitgeroepen. Als tegenactie mag de binnenvaart zes weken niet varen. Voedsel over de rivieren aanvoeren kan dus ook niet meer.

Vlak voor de kerst sluiten alle scholen; er zijn simpelweg geen kolen om de leslokalen mee te verwarmen. Voorlopig blijven de scholen dus dicht.

Ondertussen weten nog niet alle vrouwen waar hun man of zoon verblijft. De meeste mannen hebben een brief met adres gestuurd, zodat ze kunnen corresponderen. Maar er zijn ook vrouwen die nog geen enkele brief gehad hebben.

Het Volkspark aan het einde van de Hongerwinter; de laatste boom wordt meegenomen
Het Volkspark aan het einde van de Hongerwinter; de laatste boom wordt meegenomen. Fotograaf H.C. Visser, coll. GAS, beeldnr. 09910

In december is het verkrijgen van brandstof en eten voor steeds meer mensen een groot dagelijks probleem. Mensen maken tochten naar het Westland en de Zuid-Hollandse eilanden om aan eten te komen. Meestal wordt er niet met geld betaald maar met gouden (trouw)ringen of damasten tafelkleden.

Vaak zijn de kinderen ‘verantwoordelijk’ voor de brandstof. Ze gaan kooltjes zeven bij de treinrails of op zoek naar hout in het Sterrebos of op andere plaatsen. De Hongerwinter is begonnen en hoewel de Schiedammers denken dat de geallieerden hen elk moment kunnen bevrijden, zal de oorlog nog maanden voortduren.

De meeste mannen schrijven in hun brief dat het hen goed gaat, dat de vrouwen moed moeten houden en dat ze snel weer bij elkaar zullen zijn. Slechts enkelen schrijven dat het werk zwaar is en het verblijf in barakken onaangenaam. De meeste mannen kiezen er echter voor hun geliefden niet ongerust te maken en verzwijgen hun moeilijkheden.

Enkele mannen geven hun vrouwen ook adviezen, zo ook Adrie Schellings. Adrie en Hertha hebben twee kinderen en wonen boven hun schoenen- en lederwarenwinkel van Bata op de Hoogstraat.

Mensen stelen suikerbiet van een boot aan de kade van de Baarsjes. Fotograaf Charles Breijer maart 1945 Nederlands Fotomuseum, beeldnr. NFA03:chb-19-10

Kampen, dinsdag 14 nov. '44

Liefste alle drie,

Ik zit nu in Kampen, onderin een boot naar jullie te schrijven, vannacht hebben wij hier in een kazerne geslapen  (Goed geslapen), nu wordt hier gezegd dat we naar Doesburg bij Arnhem gaan, wij moeten daar werken. Liefste Hertha maak over mij geen zorgen. Ik voel mij heel goed. Hier zijn nog wel ergere gevallen. Nu lieve Christeltje, papa feliciteert je hartelijk met je verjaardag. Laat mama de gans maar braden. Hertha kijk niet naar geld.

Houdt alles vanuit de winkel onder je. Verruil alle schoenen die je hebt voor levensmiddelen. Praat met vd Linde uit Kethel of je daar niet kunt komen, mij dunkt dat je daar rustiger zit. Zit over mij niet te kniezen. Ik kan er beter tegen dat ik had gedacht. Houdt je sterk, neem het zoals het komt. Zolang kan alles niet meer duren. Ik ben nog in gezelschap van den Heer Stokvis uit de Anna van Burenstraat te Schiedam, hij heeft drie kinderen. Praat eens met die mevrouw.

Morgen hopen wij dan in Doesburg te zijn waar half Nederland is. Wees hartelijk gegroet en gekust. Voor mijn kleine jongen een klein kusje meer van je man en papa.

Adrie

De jongens van Jansen op de Dam zijn ook hier. Joop en Nico. Het eten is behoorlijk.

Briefkaart de Vette

7-12-1944, coll. De Vette

Jan de Vette stuurt op 7 december 1944 een briefkaart naar huis.

“Dierbare Ouders en broers,

In de hoop dat dit schrijven u bereiken zal, bericht ik u dat ik het goed maak en gezond ben en dat u zich over mij niet bezorgd hoeft te maken. Na veel omzwervingen ben ik op de plaats van bestemming aangekomen. Ik ben hier namelijk schweitzer (“melker”) op een kloosterboerderij in Oberbeieren in de bergen van Frauenstein 50 km bewesten Salzburg en nu wachten we het eind van de krieg hier maar af. Hoe maken jullie het zijn de jongens nog thuis of hebben zij al hetzelfde lot getroffen als ik, Zou gaarne wat nieuws uit Nederland hooren het eten is hier goed. Het kousenstopvraagstuk heb ik al opgelost door ze niet meer te dragen. Want ik heb allemaal stalwerk en werkschoenen aan.”

Jan is bevoorrecht dat hij  op een boerderij terecht is gekomen. Het eten is er goed en het regime is er een stuk fijner dan in een werkkamp.

Eind december 1944 zijn de meeste Schiedamse families aangewezen op de gaarkeuken. Ze hebben geen brandstof meer om zelf te koken en eigenlijk ook geen eten om te koken. In de loop van 1945 sluiten veel bedrijven door een gebrek aan mankracht, brandstof of grondstoffen. Ook ambtenaren mogen thuisblijven omdat er een tekort is aan brandstof om de kantoren te verwarmen. Dat is een kleine meevaller want het bemachtigen van brandstof en eten is een tijdrovende zaak, waarbij elk familielid nodig is.

De Hongerwinter is ingezet en zal duren tot eind april, wanneer de geallieerden voor voedsel zorgen. Veel dwangarbeiders weten dat er in Nederland honger is. Kennelijk is dat nieuws via de brieven naar Duitsland bekend geworden. Vaak vragen ze naar de voedselsituatie in Schiedam. De meeste dwangarbeiders hebben zelf tot de eerste maanden van 1945 genoeg te eten.

Ansichtkaarten van Maria Eck, coll. De Vette
Ansichtkaarten van Maria Eck, coll. De Vette​