5.1 Politie
Politiemannen hebben het vanuit hun functie wat makkelijker. Ze hebben een uniform waaraan te zien is welke functie ze uitoefenen. Het is ook duidelijk dat zij een cruciaal beroep hebben m.b.t. rechtshandhaving in de steden. Verschillende politiemannen zijn door Sijes geïnterviewd. De meeste agenten vertellen ongeveer het volgende verhaal. Men ontwaakt en hoort rumoer op straat. Trekt zijn uniform aan en vertrekt naar hoofdpolitiebureau op de Nieuwstraat 55. Sommige agenten moeten papieren laten zien, anderen mogen meteen door of moeten weer naar huis terug. In het hoofdbureau op de Nieuwstraat besluit men alle mannen van onder de 40 jaar van de politie en van het ernaast gelegen distributiekantoor in de schuilkelder onder het bureautje zetten. Alleen Jan Timmerman die ook onder de 40 jaar is, blijft boven. Op het bureau zijn nauwelijks wapens alleen gummiknuppels. De agenten hebben een paar dagen eerder hun wapens in moeten leveren voor een wapeninspectie.
5.2 Politieagent moet ook mee
Politieagent Lambertus Schuitman merkt dat vanaf 7.30 de straat en omgeving is afgezet. “”…dat het op straat begeven reeds de nodige risico’s meebracht. Het was derhalve niet mogelijk buiten de woonplaats een onderkomen te zoeken” [*]
Om 14.00 is de Edisonstraat voor vordering aan de beurt. Via de vrouw van een collega die ook in de Edisonstraat woont, komt hij te weten dat zijn collega niet mee hoeft. Schuitman is ervan overtuigt dat ook hij in Schiedam kan blijven. De soldaat die de woning van Schuitman binnen dringt, weet niets van vrijstellingen en neemt Schuitman mee. Schuitman denkt aan een vergissing, want ook de naast hem wonende collega hoeft niet mee. Daar hij niet op deze wending had gerekend, heeft hij niet de noodzakelijk spullen mee voor een verblijf buitenshuis.
5.3 Timmerman
Brigadier Timmerman vertrekt om 6.30 van huis, al snel merkt hij de Duitse soldaten op. Ook wordt het hem duidelijk dat de soldaten niet allemaal dezelfde instructie hebben ontvangen; de één laat hem door terwijl de ander hem tegenhoudt. Met wat omwegen en hier en daar wat praten, lukt het hem toch om het hoofdbureau in de Lange Nieuwstraat 55 te bereiken. Inmiddels delen de soldaten pamfletten uit en de auto met versterkte luidsprekers rijdt langs om hetzelfde kenbaar te maken. Dan wordt het echt duidelijk om wat voor soort razzia het gaat.
In het hoofdbureau wordt besloten om iedereen van onder de 40 jaar in de centrale verwarmingskelder te stoppen. Timmerman is ook onder de 40 jaar, toch blijft hij boven en neemt de dienst van die morgen over.
Hoofdbureau
Er zijn zo’n veertig man aanwezig op het bureau als er ineens drie Duitse soldaten binnen staan. Alle aanwezige mannen moeten naar de kamer van de wachtcommandant. Slechts 12 mannen komen naar de kamer. De mannen die jonger zijn dan 40 jaar moeten bij elkaar in de hoek staan om zich later bij de dichtstbijzijnde verzamelplaats te melden. Ook Timmerman staat bij dit groepje. De hoofdinspecteur is ook onder de veertig jaar, hij houdt een betoog ter verkrijging van een vrijstelling. Dit helpt niet. Hij moet met de anderen mee.
Timmerman staat toevallig bij een diepe kledingkast. Als hij ziet dat de soldaten even afgeleid zijn, stapt hij de kast in en laat de deur achter hem dichtvallen.
De hoofdinspecteur moet met de andere agenten naar de Koemarkt. Daar stapt hij meteen op een hoofdofficier af voor een vrijstelling, maar deze kan hem niet helpen, hij moet naar de Ortskommandant toe. Met de andere agenten loopt hij naar verschillende locaties, maar vind hem niet... Dan besluit hij met zijn groep terug te gaan naar het hoofdbureau.
Hij en zijn ploegje zijn niet de enige die aan de Duitsers ontsnappen. Op het bureau zitten ook 6 arrestanten van onder de 40 jaar, die ook niet zijn meegenomen.
5.4 Kalkman
Op de Vlaardingerdijk gaan twee zussen op vrijdagochtend naar school - ieder met de eigen vriendinnen. Als het jongste zusje vertrekt, is ze al snel weer terug – overal zijn Duitse soldaten. Vader werkt bij de politie en heeft nachtdienst gehad maar wordt toch wakker gemaakt. Vader is gelukkig 43 jaar en hoeft dus niet mee. Hij fietst naar het politiebureau, waar hij een paar aanplakbiljetten meeneemt over besmettelijke en tevens dodelijke ziektes. Zo’n biljet over roodvonk plakt hij op de deur van buurman Gouka. Deze maakt zijn gezicht een beetje vlekkerig rood en gaat in bed liggen. Vader wil ook de broers van moeder gaan helpen, maar op de fiets komt hij niet verder dan de Burgemeester Knappertlaan, waar hij het bevel krijgt rechtsomkeer, naar huis te gaan.
Moeder staat met de zusjes voor de deur naar de voorbijlopende mannen te kijken. Alle mannen moesten in de regen op de hoek van de straat gaan staan, Als buurman Doorn langsloopt, dan maakt hij een grapje “Hadden ze geen mooier weer uit kunnen zoeken?”. Ondanks de situatie moeten de mensen er wel om lachen.
[*] Lambertus Schuitman