Wanneer spreken we van een huishouden? Een huishouden bestaat uit een alleenstaande of twee of meer personen, die een duurzaam gemeenschappelijke huishouding voeren of willen gaan voeren.

Van een duurzaam gemeenschappelijk huishouden is sprake als:

  • De bewoners van plan zijn om langdurig samen te blijven wonen (duurzaamheid); en
  • Er sprake is van wederzijdse zorg tussen de bewoners; en
  • Het huishouden niet in een periode van één jaar van samenstelling veranderd is, tenzij de veranderingen naar algemene maatstaven binnen een duurzaam gemeenschappelijk huishouden passen; en
  • De gemeenschappelijke ruimten door de bewoners worden gedeeld; en
  • Er een gezamenlijk huurcontract is, waarin de namen van alle bewoners vermeld staan; en
  • De bewoners zelf het initiatief tot samenwoning hebben genomen; en
  • Er een huisvestingsvergunning aanwezig is, indien vereist.